Brugkelder

Met de bouw van de Moezelbrug was het omwille van het vlak stijgende terrein aan de kant van Traben noodzakelijk om een soort van platform aan te leggen.

Wegens de almaar grotere vraag naar geschikte opslagcapaciteit voor de hier ter stede gevestigde wijnhandel werd onder het lichtjes gebogen tracé een wijnkelder aangelegd. De kelder omvat acht achter elkaar liggende "afdelingen", voor telkens 14 wijnvaten. De grootte van een ruimte bedraagt ca. 64 vierkante meter, lengte 8 m en breedte 8 m.

In een eigentijdse beschrijving is te lezen: "De hele kelder is geschikt om het opzadelen zeer comfortabel te laten verlopen en is voorzien van elektrische verlichting en tevens water-, toevoer- en afvoerleidingen. Bovendien bevindt er zich aan de hoofdingang een ruime spoelruimte.

De totale lengte bedraagt 70 m, waarbij de ruime spoelruimte 80 vierkante meter, daarvan 10 m in de lengte, voor zijn rekening neemt. Deze kelder had de burgemeester Schneider van Traben reeds op 9 november 1899 openbaar verpacht. In het kader van de inwijding van de brug op 21 december 1899 brachten de eregasten een bezoekje aan de onder de brugoprit gebouwde kelder".