Moezel- en diepe kelder Franz Wilhelm Langguth

Moezelkelder

Naast het bedrijfsgebouw ligt aan de oever van de Moezel de eveneens in het midden van de 19e eeuw in de stijl van het classicisme gebouwde woonvilla van de familie Johann Wolfgang Langguth.

De onder het gebouw en onder het nabijgelegen park aanwezige gewelfstructuren zijn vandaag de dag als dusdanig nog slechts moeilijk herkennen.

Het gaat echter architectonisch om een kruisgewelfstructuur zoals dat onder de nabijgelegen diepe kelder het geval is. Reden voor de moeilijke waarneming van de oorspronkelijke bouwsubstantie zijn exact 47 ingebouwde betontanks met elk een capaciteit van ca. 20.000 liter die tussen 1950 en 1960 gebouwd werden. Zodoende beschikte men over een totaal volume van ca. 2,5 – 3 miljoen liter dat door het enorme succes van de merkwijnen van Langguth benodigd werd.

Wegens het negatieve effect op het bedrijfsactiviteiten door een altijd opnieuw opduikend hoogwater werd de wijnhandel Langguth in het laatste derde van de 20e eeuw naar het Mont-Royal verplaatst. Daarom staan de betontanks tegenwoordig leeg. 

 

Diepe kelder

Eén van de grootste wijnkeldercomplexen aan de Rissbacherstraße in Traben is dat van de traditierijke wijnbottelarij Langguth Erben.

Al sinds de 18e eeuw in Trarbach gevestigd, richtte men in het midden van de 19e eeuw uitgestrekte wijnkelders en een representatief woonhuis in Traben op.

Langs de zijkant van het bedrijfsgebouw gaat men tot in de zogenaamde "diepe kelder" 26 steile trappen af en bevindt men zich in een indrukwekkend kruisgewelf. Evenwijdig met de straat liggen er vier ton- resp. kruisgewelven die door een verbindingsgewelf rechthoekig doorkliefd worden.

Op de zijdelingse schragen konden er een paar honderd Moezelwijnvaten doelmatig opgeslagen worden. Er is nog een flink aantal ronde en ovale houten vaten aanwezig. Naast een aantal kunststoftanks uit het midden van de 20e eeuw zijn echter van bijzonder bouwgeschiedkundig belang de aan het uiteinde van de gewelven gesitueerde, reusachtige, met glastegels  beklede betonvaten.

Het meer dan 100.000 liter bevattende grootste is gelijktijdig ook met zijn aangegeven bouwjaar 1896 het oudste aan de Moezel en daardoor tegelijk zowel getuige van een van Traben-Trarbach uitgaande, destijds geavanceerd-nieuwe opslagtechnologie als het bewijs van toenemende capaciteitsvereisten.