Storcke Stütz

Tongewelf in Sponheim, voorheen wijnbottelarij Franz & Co, resp. Erben San. Rat Dr. Haack, nu keldertaverne 'Storcke Stütz'.

Het drie etages tellende kelderensemble uit de 14e eeuw wordt als "zout- en poedermagazijn" van de Grevenburcht betiteld en behoort architectonisch best wel tot de meest interessante wijnkelders van de stad.

Vanop straatniveau stijgen de gewelven aan de rotswand van de steile helling omhoog en zijn deels in de massieve leisteen geslagen. Boven het onderste niveau van de sfeervolle keldertaverne met haar naamgevende centrale zandsteenkolom wordt een indrukwekkend tongewelf getoond zoals in die tijd alleen de landsheren of de kerk zich kon(den) verloven.

Van hieruit was er via een deels vandaag nog bestaande rotstrap een directe toegang tot de burcht. Arbeidstechnisch maakte men gebruik van de natuurlijke glooiing doordat de druiven op de bovenste etage geperst, de most op de middelste etage gegist en de kant-en-klare wijn in de onderste kelder geperfectioneerd werd.

In Johannes Hofmann's kroniek 'Die Trorbachische Ehrensäul' wordt het gebouwencomplex reeds in 1669 als volgt vermeld: "Niet ver van de Moezelpoort staat een groot stenen gebouw / zo heet het nieuwe of lage bouwwerk / In het grote stenen huis / vandaag de dag nog “het laboratorium" genaamd / dat de graaf met heel wat mooie en keurige gewelven heeft laten bouwen en afwerken / is een goudmaker of alchemist bezig geweest / zonder nog maar enig bewijs van zijn kunde te hebben geleverd / helemaal onzichtbaar geworden," d.w.z. hij is er stilletjes tussenuit geknepen.